vrijdag 7 december 2007

Aanloop tot.....

De week loopt op zijn einde. Siel heeft elke dag van de week, met uitzondering van maandag, 2 chemo's gehad. Voor ze de chemo geven, krijgt ze eerst neupogene ( groeimiddel voor het beenmerg).
De bedoeling is om met de neupogene nieuwe cellen te stimuleren, en ze daarna een volle veeg van de pan te geven met chemo. Van zodra ze groeien direkt vernietigen. Dit moet toch lukken zeker!
Elke dag vol spanning de bloedresultaten afwachten. In het begin van de week stegen de witte bloedcellen tot 12000. Voor ons heel hoog. Vandaag gaan ze nog maar tot 2900. De CRP (indicatie in het bloed voor infecties en ontstekingen) hou ik héél erg in de gaten. Ze stijgt al stilaan.
Morgen de laatste dag met groeimiddel en chemo. Siel takelt stilaan af. Ze is héél misselijk als de litican (tegenmedicatie) is uitgewerkt.
Zondag gaat DE dag zijn denk ik. Een terugval van de witte tot.....? Héél spannend!
Gaat het zo worden als einde blok 3, eind augustus?
Normaal mogen we na de laatste chemo altijd naar huis om te recuperen, nu moeten we hier blijven. Gelukkig maar, we weten niet wat we moeten verwachten maar bereiden ons voor op iets ergs. Voorbereiden,hoe kan je je hierop voorbereiden?
Siel heeft zo haar ups en downs, ze weet héél goed nu wat er aan de hand is. Voelt ze zich slecht dan wil ze naar huis en stoppen met de behandeling "Wat haalt het uit, 7 maanden chemo en ziek zijn, niks helpt. Waarom nog verder doen?" zegt ze dan.
Wij halen dan alles uit de kast om haar op positieve gedachten te houden, moeilijk. Ook hier doet iedereen zijn uiterste best om het zo draaglijk mogelijk te houden.
Gisteren was een topdag in het vermaken van de kinderen.

Enkele foto's

De sint was hier niemand vergeten.

De cliniclowns zijn gewoon geweldig!






We MOETEN blijven volhouden, wij zijn de steunpalen voor Siel, toch moet ze het zelf doen, bewonderenswaardig.
Wij hebben een pracht van een dochter.

8 opmerkingen:

Anoniem zei

Dag Siel,
dat is een tijdje geleden dat ik je nog gezien heb! Ik wist al van mevrouw directeur dat je weer zo misselijk bent. Toch zie ik je genieten van je papegaai. Gelukkig zijn er ook de cliniclowns die je een beetje kunnen afleiden.
Je hebt het nu heel moeilijk, Siel, maar weet dat we elke dag, elk uur aan je denken... Spijtig moet jouw lichaam het wel alleen doen, maar probeer in je hoofdje te denken aan al die honderden mensen die mee hopen dat je snel weer beter mag worden!
Martine en Dirk, zusjes,
veel goede moed voor de komende dagen!

juf Gerd

Anoniem zei

Lieve Martine en Dirk,
Dat jullie een prachtdochter hebben wist ik al langer. Echt ongelooflijk knap is ze! Zo ongelooflijk sterk dat ze is, zoveel karakter ze heeft. Een beetje van haar karakter, daar was ik al veel mee vooruit. Ook Talle en Rune vind ik geweldige meisjes. 3 meisjes waren jullie HEEEEL fier op mogen zijn.

Lieve Siel,
Je voelt je niet goed en toch straal je weer bij de cliniclowns. Ik wil ook even zeggen, (mag dat?), dat ik je ook heel mooi vind met korte haren.

Ik denk dit weekend extra aan jullie. Ik heb daarstraks een nieuwe kaars gekocht, eentje die heel lang kan blijven branden. Daarop kleef ik groene hartjes en 1 hartje met de tekst "een hart voor Siel". Zo wordt het haar en jullie kaarsje. Het moet goed gaan, zelfs in Nederland brandt een kaarsje voor jullie!!
Heel veel liefs en een hele dikke kus voor Siel!
Ik bewonder jullie ENORM!
X
Diane (uit België)

Anoniem zei

Ook wij zullen zondag aan je denken en heel hard voor je duimen.
We hopen allemaal op positief nieuws.

fam. Hermans (Jens)

ELS zei

Heel veel moed voor de komende dagen. Wij duimen voor jullie!
Siel, je bent een knappe meid!
Volhouden hé!
Erik, Els, Ynias en Caro

Anoniem zei

lieve allemaal,
Siel je bent echt een flinke meid. Volhouden he, we duimen voor jou en voor papa,mama, Talle en Rune!!!!!We denken alle dagen aan jullie en hopen en geloven dat alles weer goed komt.xxxxxxxxxxxx
Heel veel liefs van fam. van hout

Anoniem zei

Hartverwarmend hoe dat je dit bericht afsluit: "we hebben een pracht van een dochter"...
Er zit zo oneindig veel liefde, warmte en goeds in deze simpele woorden.
Martine en Dirk, ik geloof in jullie kracht...

Efkens toch een flinke aanmoediging voor Talle die nu voor de eerste keer toetsen heeft in het secundair.
Talle, ga er voor meisje !

Rune, blijf gewoon wie je bent.
De kleine, onvervangbare zus voor Siel...

Siel, je hebt een plaats in mijn hart; ik hoop dat je mijn warmte mag voelen...

Hilde J.

Maria M zei

De beelden spreken voor zich,Siel heeft echt genoten,en dat is het allerbelangrijkste.
Nu kunnen we haar een bezoekje brengen door naar de foto te kijken op de blog,zonder haar de een of andere virus over te dragen.
Die Cliniclowns hebben een heel belangrijke taak te vervullen,laat ons met zo veel mogelijk geldelijke steun verlenen ,om nog veel te kunnen optreden en verstrooiing te brengen.
Misschien zet je het rekening nr op je weblog Martine,daar zal je in Leuven makkelijk aan geraken,denk ik he.

Anoniem zei

Dag Siel, mama, papa en zusjes,

Het is al eventjes geleden dat ik nog gereageerd heb op jullie blog. Omdat ik het zo moeilijk vind om de juiste woorden te vinden, ben ik al een tijdje aan het lezen in de verhalen van Toon Tellegen, in de hoop iets te vinden dat jullie een beetje warmte brengt .. Ik hoop dat jullie, samen met de dieren van het bos en de stralen van de zon de nodige kracht kunnen vinden!

Op een ochtend zat de eekhoorn op de tak voor zijn deur naar de horizon te kijken. Het was koud en de eekhoorn wachtte ongeduldig op de zon.
Maar toen de zon boven de horizon verschenen was zag hij opeens dat iemand hem wegrolde.
‘Hola!’ riep de eekhoorn, zo hard als hij kon.
De zandkrab - want hij was het - bleef staan en keek naar de eekhoorn.
‘Ja?’ zei hij.
‘Wat doe je daar?’ vroeg de eekhoorn.
‘Ik neem de zon mee,’ zei de zandkrab.
‘De zon mee? Waarom? Dat gaat zo maar niet.’
‘Hij is kapot. Ik moet hem repareren.’
‘Waar?’
‘Bij mij thuis.’
‘Maar...’ riep de eekhoorn nog, maar de zandkrab was al met zon en al achter de horizon verdwenen.

Het werd weer donker en koud. Weliswaar kwam even later de maan weer op en begon uit alle macht te schijnen, maar echt branden en stralen kon hij niet.
Er gingen enkele dagen voorbij. De maan scheen onafgebroken, maar iedereen kreeg ruzie met iedereen, barstte zo maar in snikken uit of beet op zijn nagels van verdriet.
‘Zo gaat het niet langer,’ zei de mier.
‘Nee!’ gilde de giraffe die nog nooit gegild had.
En toen er een nieuwe ochtend aanbrak zonder dat de zon te voorschijn kwam, gingen de eekhoorn en de mier op weg om de zandkrab te vinden.
Zij zochten overal en vonden hem ten slotte in de woestijn, achter een rots. Daar had hij een werkplaats waar hij van alles repareerde: bliksemschichten, vloedgolven, hagelstenen, lava, orkanen en nog veel meer.
Hij zag de mier en de eekhoorn niet aankomen, verdiept als hij was in een gebroken donderwolk die hij probeerde te lijmen.
‘St,’ zei de mier.
‘Daar ligt de zon!’ fluisterde de eekhoorn.
Hij wees naar de zon die achteraf, naast de rots, tussen allerlei afval lag: stukken boomschors, graspollen, blikken, stoelpoten, snavels en matrassen. Hij zag er bleek uit, en zat vol met smoezelige vlekken.
‘Wat is hij mager!’ fluisterde de eekhoorn.
De mier stapte naar voren, schraapte zijn keel en zei: ‘Eh... zandkrab.’
De zandkrab keek op en zei: ‘Hé, mier, wat gezellig. Was je toevallig in de buurt?’
‘Nee,’ zei de mier, ‘ik was niet in de buurt, maar ik vroeg me af wat je eigenlijk met de zon van plan bent.’
‘O de zon,’ zei de zandkrab. ‘Ja. Ik heb geprobeerd hem te maken. Maar het is onbegonnen werk. Hij is zo dun. Je hoeft maar naar hem te wijzen of hij scheurt al!’
‘Maar wat moeten we nou?’ vroeg de mier. ‘Zo zonder zon...’
‘Ik heb wel iets anders,’ zei de zandkrab. ‘Wel ja.’ En hij haalde een soort groene knikker uit zijn zak, met dikke zwarte stekels eraan.
‘Wat is dat?’ vroeg de eekhoorn.
‘Zo maar iets,’ zei de zandkrab. ‘Dat heb ik voor mijn plezier gemaakt. Misschien kun je het in de lucht hangen. Het is weer eens iets anders.’
‘Dat ding in de lucht?’ vroeg de mier.
‘Ja,’ zei de zandkrab. ‘Er hangen zoveel rare dingen in de lucht. Weet je wat dit is?’
‘Een vork,’ zei de mier, terwijl de zandkrab een zilveren vork voor zijn gezicht hield.
‘Precies,’ zei de zandkrab. ‘Een vork. Dit heb ik ook pas in de lucht gevonden. Hij was net bezig onder te gaan. Mooie vork, hè?’
De mier en de eekhoorn keken vol verbazing naar de vork die zij nooit aan de hemel hadden zien hangen.
‘Hing hij echt in de lucht?’ vroeg de eekhoorn.
‘Ja hoor,’ zei de zandkrab.
‘Niet soms erachter?’
‘Nee hoor, echt midden in de lucht. Ach, er hangt daar zoveel.’

‘Wat betreft de zon, zandkrab,’ zei de mier, ‘we willen hem toch liever mee terug nemen. Dat groene ding, nee, dat zegt mij niks.’
‘Neem maar mee, hoor,’ zei de zandkrab. ‘Maar ik weet niet hoe lang hij het nog doet. Het kan best zijn dat hij opeens uitgaat of niet meer boven de horizon uit kan komen.’
‘Ja,’ zeiden de mier en de eekhoorn.
Zij haalden de zon uit de afvalhoop en zeulden hem mee naar de horizon, wachtten tot het weer ochtend werd en legden hem toen heel voorzichtig neer. Toen liepen zij achteruit.
Even later begon de zon heel langzaam te rijzen en werd het weer licht en warm in het bos.
De mier en de eekhoorn sloegen elkaar op de schouders en overal in het bos werden ruzies bijgelegd, tranen gedroogd en woede en wanhoop vergeten.
Het werd een zachte dag, niet heel warm, maar wel heel mooi. En de hele middag lagen de mier en de eekhoorn op hun rug aan de oever van de rivier en lieten de zon op hun bleke wangen schijnen.

Lisbeth